Symptomen

Zwelling:
Neuroblastoom is een tumor dat ruimte nodig heeft. Hierdoor kunnen andere organen in de verdrukking komen e
n klachten geven. Het hangt van de plaats van het neuroblastoom af welke organen in de verdrukking komen en klachten geven. Neuroblastomen kunnen overal langs het verloop van de zenuwstreng voorkomen. Dus vanaf de hersenen tot aan de bekkenholte. Het meest komen ze voor in de buikholte, daarnaast komen ze vaak voor in de bekkenholte, borstholte en hals. 

Neuroblastoom in de buikholte: 
Een neuroblastoom in de buikholte kan door zijn grootte zorgen dat de buik van het kind steeds boller wordt. Sommige kinderen hebben last van buikpijn of misselijkheid. Veel kinderen hebben naast de bolle buik geen andere klachten. 

Neuroblastoom in de borstholte: 
Een neuroblastoom in de borstholte geeft meestal weinig klachten. Wanneer de tumor erg groot wordt kunnen er ademhalingsproblemen voorkomen. Er kunnen ook problemen met slikken voorkomen. 

Neuroblastoom in de bekkenholte 
Een neuroblastoom in de bekkenholte kan zorgen voor pijnklachten in de onderbuik. Blaas en darmen kunnen in de verdrukking komen waardoor er klachten met plassen en de ontlasting kunnen optreden. 

Neuroblastoom in de hals: 
In de hals is weinig ruimte waardoor een zwelling aan één kant van de hals snel opvalt. Het neurobalstoom kan de luchtpijp afdrukken waardoor bij de ademhaling een zagend geluid hoorbaar zijn, ook kunnen er ademhalingsmoeilijkheden komen. Het kan ook dat het neuroblastoom een zenuw in de hals afknelt die leidt tot het zogenaamde Horner syndroom. Bij dit syndroom is er sprake van een combinatie van een licht hangend ooglid, een vernauwd pupil, verminderd zweten rondom het oog en het oog lijkt meer naar binnen te staan.  

Uitzaaiingen: 
Neuroblastoom is een kankergezwel waarvan gemakkelijk cellen loslaten. Deze cellen kunnen in andere organen terecht komen en daar gaan groeien tot nog een kankergezwel.  
Dit worden uitzaaiingen genoemd. Een neuroblastoom zaait makkelijk uit. Bij de helft van de kinderen is er op het moment van het stellen van de diagnose al sprake van uitzaaiingen. Uitzaaiingen kunnen overal voorkomen maar worden het meest gevonden in de botten, in de lymfklieren, de longen, de lever en soms naar de oogkassen. Uitzaaiingen kunnen klachten geven van botpijn, niet willen lopen, zwellingen van de lymfklieren. Daarnaast komen ook nog algemene klachten voor als moeheid, hangerigheid, veel huilen, afvallen en bleek zien als gevolg van bloedarmoede.   

Hormonen: 
Een neuroblastoom is een tumor die hormonen kan afgeven aan het bloed. Deze hormonen worden vaak plots aan het bloed aangegeven. Als gevolg van deze hormonen kunnen plots aanvallen optreden van zweten, een rode kleur krijgen, diarree en irritatie. 

Syndroom van Kinsbourne: 
Bij een deel van de kinderen gaat neuroblastoom samen met een reactie van op het lichaam op de aanwezigheid van de tumor. Deze reactie wordt het syndroom van Kinsbourne genoemd. Bij kinderen met het syndroom van Kinsbourne bewegen de ogen niet meer normaal, maar schieten de ogen willekeurig alle kanten op: een soort dansende oogbewegingen. Daarnaast hebben veel kinderen moeite met het evenwicht bewaren, kunnen ze niet meer goed los zitten en staan. Ook zijn hun bewegingen niet meer vloeiend, maar verlopen ze juist heel schokkerig.